juni 12, 2018

Vakantie….

Het is er de maand voor, praten over vakantieplannen. Het tellen van de weken. Het uitkijken naar ‘even ontspannen.’
Maar ik keek er niet altijd naar uit. Vakanties zijn voor ons gezin niet altijd zo ontspannend geweest als de buitenwereld doet geloven. Maar we hebben inmiddels een hoop geleerd. Onze oudste kind heeft ons haarfijn laten ervaren wat niet bijdraagt aan het succes van een vakantie. Daardoor weten wij nu juist wat wel! Op vakantie gaan is niet voor alle gezinnen een pretje. Het is soms keihard werken om het gezellig te houden. Met deze blog wil ik je wat tips gegeven om jullie vakantie tot een succesje te maken.

1. Schakelen
We vertrokken in de avond van de laatste schooldag naar onze bestemming in Zuid-Frankrijk. De eerste week hadden we nodig om onze toen vierjarige zoon te laten aarden in zijn nieuwe omgeving. Hij moest zo wennen aan het nieuwe ritme, de nieuwe omgeving, de andere geluiden, de situatie waarbij papa en mama allebei ‘thuis’ waren en zusje ook nog, dat er allerlei vaardigheden bij hem blokkeerden. Hij schopte letterlijk tegen van alles aan, kon die impulsen ook nauwelijks beheersen. Zijn manier van communiceren veranderde (lees zijn volumeknop ging op 10), kleine pijntjes kon hij niet meer incasseren (ik herinner me een splintertje in zijn vinger) en uitgestelde aandacht kwam niet meer voor in zijn woordenlijst. Hij werd steeds dwingender. Nu weet ik dat hij daarmee de boel onder controle wilde houden. Zijn eigen veiligheid wilde creëren. Toen zat ik met mijn handen in mijn haar en soms gevouwen, dankbaar te zijn voor al het geduld dat mij gegeven was. Hij is geen kat uit de boom kijker, hij is niet verlegen en terughoudend in een vreemde omgeving. Hij is gevoelig met een sterke wil, ook wel hoogstimulatief genoemd. Hij zoekt prikkels en uitdagingen juist op. Hij wil alles ondernemen op zijn manier en zijn tijd. En dat terwijl het schakelen van school naar vakantieritme nog niet voltooid was. Want daar zat het ‘m in! Schakelen. Die vaardigheid had hij nog onvoldoende en daardoor gingen allerlei andere zaken ook niet meer vanzelf.

Plan je vakantie in het midden van de schoolvakantie. Na het ritme van schoolgaan kan het voor je kind lastig zijn om te schakelen naar een nieuw ‘vakantie’ritme. Als dat in de eerste week dan al wat gelukt is, ga je de week daarna relaxter op vakantie. Bovendien heeft je kind aan het eind van de vakantie dan ook nog tijd om langzaam weer te schakelen naar het schoolritme.

2. Voorbereiden
“Wat is daar dan allemaal? Is er een zwembad? Ook een glijbaan?Wie heeft die glijbaan gemaakt? Waarom? Hoe heet de baas van de camping? Woont die daar ook? Praat hij Frans? Waarom? Wie zijn er nog meer? Wat gaan we daar doen? Wanneer zijn we weer thuis?” Ik heb veel geduld. Ik kan ook eindeloos vragen blijven beantwoorden. Maar dit vraaggedrag komt niet alleen voort uit interesse. Het komt voort uit onzekerheid. Onwetendheid. Het kan je als ouders eindeloos vermoeien. I know.
Kijk met je kind naar de website van de camping of de bestemming waar jullie naartoe gaan. Zoek foto’s op internet op. Kijk alvast eens naar de plattegrond. Laat je kind in zijn hoofd alvast even op vakantie gaan. Laat hem alvast wat wennen. Met een goede voorbereiding zal het schakelen straks makkelijker gaan.

3. Plannen
Heerlijk! Even geen klok om op te kijken. Kijken wat de dag ons brengt. Het ultieme vakantiegevoel. Maar mijn kind heeft een klok nodig. En mijn kind wil weten wat er op de dag zal gebeuren. Het liefst heeft hij zelfs de hele week ingepland. “Wanneer gaan we nou? We gingen toch zwemmen? Wat gaan we na het eten doen?” Veel gebruikte antwoorden op zijn vragen waren “Straks, weet ik nog niet, misschien, we zien wel, als het mooi weer is of we kijken wel.” Vervolgens bleef hij maar doorvragen, aanhouden, zeuren noemden we dat. Hij kan het overigens nog steeds. Behalve als we hem voorspelbaarheid geven. Als we hem wat controle geven over de dag. Wat overzicht in de chaos in zijn hoofd.

Probeer ook in je vakantie zo duidelijk en concreet mogelijk te zijn. Op de vraag wanneer je gaat zwemmen is het noemen van een tijd (en je daaraan ook houden) veel efficienter dan de term ‘straks’ die voor een kind weinig tot niks betekent. Plan wat je kan plannen en schrijf het op in een agenda of maak een overzicht op papier. Verdeel de week in dagen en de dagen in delen. Op de plekken waar nog niks staat leg je je kind uit dat dat nog ingevuld kan worden maar dat je daar nu nog niks over kunt zeggen, dat jullie dat nog zullen bespreken. Op die manier leer je je kind ook omgaan met ‘het vakantiegevoel’.

In een volgende blog zal ik ingaan op het omgaan met en verwerken van prikkels uit de nieuwe omgeving en het bieden van structuur, ook tijdens de vakantie.

Het doet geen zeer….Schakelen – deel 1